Naaien met burda: Hoe knip je papieren patroondelen?
Als je met de patronen van burda je eigen kleding wilt naaien, adviseren wij deze mini-workshop te volgen om te leren hoe je de papieren patroondelen moet knippen!
Als je de stof hebt voorbereid, kun je papieren patroondelen voor het kledingstuk erop leggen en de stof knippen. In deze mini-workshop leggen wij uit hoe je dit doet!
Hoe kies je de maat? De papieren delen voorbereiden
Stap 1: haal de werkbladen die in het midden van het tijdschrift zitten, eruit door de nietjes open te buigen. Doe dit met een liniaal of een schaar. Nadat je de werkbladen eruit hebt gehaald, de nietjes weer terugbuigen.
Stap 2: lees nu de instructies van het model. Wij adviseren de instructies altijd naast je neer te leggen, zodat je steeds terug kunt kijken in welke volgorde je het model moet maken. In de instructies wordt uitgelegd welke fournituren je nodig hebt, hoe je de papieren delen uit moet knippen, hoe je de stof moet knippen.
Bij de beschrijving van elk model staat een patroonoverzicht.
In dit overzicht staan alle patroondelen afgebeeld die je voor dit model nodig hebt.
Belangrijk!
De naadcijfers en de streepjes in de delen geven aan waar de delen later op elkaar gestikt moeten worden! Vergeet niet deze de naadcijfers en de streepjes over te nemen
In de instructies van een model staan alle patroondelen die je voor het model nodig hebt vermeld. Elk patroondeel heeft een nummer.
Bij elke patroondeel staat vermeld hoe vaak het van stof geknipt moet worden.
Neem de patroondelen voor het model volgens het lijstje in de betreffende maat van het werkblad uit. Aan de hand van dit nummer en de patroonlijn kun je het patroondeel op het werkblad vinden.
Bij het kopje ’Delen naar maat’ (bij het voorbeeld hieronder: deel a) worden
de patroondelen vermeld die niet op het werkblad staan.
Voor de delen naar maat staan de exacte afmetingen vermeld. Daarom kun je deze patroondelen meteen volgens deze afmetingen op de stof tekenen.
De ‘Delen naar maat’ worden overigens niet met een getal aangegeven, maar met een kleine letter (a, b, c etc.)
En nu knippen maar!
Het knipvoorbeeld van een patroon staat op het werkblad of bij de instructies.
In het knipvoorbeeld zie je hoe de patroondelen het beste op de stof gelegd en vastgespeld kunnen worden.
Het is belangrijk eerst alle papieren delen op de stof neer te leggen en vast te spelden. Werk volgens het knipvoorbeeld en controleer of de pijl in het papieren deel overeenkomt met de draadrichting van de stof. Deze pijl moet altijd parallel aan de zelfkant verlopen.
Het knippen van de delen gaat het makkelijkst als de stof gevouwen is. De vouw noemen we stofvouw. Bij dubbele stof kunnen de delen niet zo makkelijk verschuiven. De goede kant ligt binnen. Zoals je kunt zien, liggen enkele papieren delen over de stofvouw heen. Knip deze delen pas als alle andere delen al geknipt zijn. Leg de stof weer open neer en leg de papieren delen op de goede kant van de stof.
Papieren delen die met streeplijnen zijn getekend, moeten met de beschreven kant naar onderen op de stof neergelegd worden. Vaak is dit om ervoor te zorgen dat twee delen in spiegelbeeld geknipt worden (bv. mouwen).