Overzicht burda-maten

Tutorial:

Om de patroonmaat waarin een model genaaid wordt, moeten eerst de eigen lichaamsmaten opgenomen worden. Leg een stevig band om de taille heen zoals op de tekening hieronder.

Tip: vraag iemand of bij het opnemen van de lichaamsmaten te helpen. Ga rechtop staan.

1. Bovenwijdte: over het dikste deel van de borsten
2. Taillewijdte: op taillehoogte over het stevige band heen
3. Heupwijdte: over het dikste deel van de heupen
4. Borstdiepte: vanaf het hoogste punt van de schouder (punt schouder/hals) tot de borstpunt
5. Taillelengte voor: van het hoogste punt van de schouder (punt schouder/hals) over de borst tot de taille
6. Ruglengte: vanaf de onderste halswervel (steekt er een beetje uit) tot de onderrand van het stevige band
7. Schouderbreedte: vanaf de hals tot de bovenkant arm
8. Mouwlengte: bij een lichtgebogen arm vanaf de bovenkant van de arm over de elleboog tot de pols
9. Wijdte bovenarm: om het dikste deel van de bovenarm
10. Halswijdte: om het begin van de hals
11. Lichaamslengte: van top tot teen meten

Vergelijk de opgemeten lichaamsmaten met de maten in de burda style maattabel.Kies die burda style maat die het meest met je lichaamsmaten overeenkomt. Als vuistregel geldt: bij blouses, shirts, jurken, jasjes en mantels is de bovenwijdte doorslaggevend, bij rokken en broeken de heupwijdte.

Indien nodig het patroon met het aantal cm dat van de gegevens in de maattabel afwijkt, aanpassen.

Maten in de tabellen in cm 

DAMESMATEN
maat	32	34	36	38	40	42	44	46	48	50	52	54	56	58	60
lichaamslengte	168	168	168	168	168	168	168	168	168	168	168	168	168	168	168
bovenwijdte	76	80	84	88	92	96	100	104	110	116	122	128	134	140	146
taillewijdte	58	62	66	70	74	78	82	86	92	98	104	110	116	122	128
heupwijdte	82	86	90	94	98	102	106	110	116	122	128	134	140	146	152
armlengte	59	59	59	60	60	61	61	61	61	62	62	62	63	63	63
schouderbreedte	12	12	12	12	13	13	13	13	14	14	14	14,5	15	15	15,5

KORTE DAMESMATEN
Het verschil tussen de normale en korte damesmaten zit alleen in de lichaamslengte, de wijdtematen zijn exact hetzelfde.
maat	17	18	19	20	21	22	23	24	25	26
lichaamslengte	160	160	160	160	160	160	160	160	160	160
bovenwijdte	80	84	88	92	96	100	104	110	116	122
taillewijdte	62	66	70	74	78	82	86	92	98	104
heupwijdte	86	90	94	98	102	106	110	116	122	128
armlengte	57	57	58	58	59	59	59	59	60	60
schouderbreedte	12	12	12	13	13	13	13	14	14	14

LANGE DAMESMATEN
Het verschil tussen de normale en korte damesmaten zit alleen in de lichaamslengte, de wijdtematen zijn exact hetzelfde.
maat	68	72	76	80	84	88	92	96	100
lichaamslengte	176	176	176	176	176	176	176	176	176
bovenwijdte	80	84	88	92	96	100	104	110	116
taillewijdte	62	66	70	74	78	82	86	92	98
heupwijdte	86	90	94	98	102	106	110	116	122
armlengte	61	61	62	62	62	63	63	63	64
schouderbreedte	12	12	12	13	13	13	13	14	14

De verschillende maten: korte, normale en lange maten:

De normale maten komen overeen met	34	36	38	40	42	44	46	48	50
de korte maten	17	18	19	20	21	22	23	24	25
de lange maten	68	72	76	80	84	88	92	96	100

Het verschil tussen deze maten is enkel de lichaamslengte, de wijdtematen zijn identiek. Normale maten zijn op een lichaamslengte van 168 cm afgestemd, korte maten op een lichaamslengte van 160 cm, de lange maten op een lichaamslengte van 176 cm.

BABY- EN KLEUTERMATEN
lichaamslengte	56	62	68	74	80	86	92	98	104	110	116
bovenwijdte	45	47	49	51	53	55	56	57	58	59	60
taillewijdte	42	44	46	48	50	51	52	53	54	55	56
heupwijdte	46	48	50	52	54	56	58	59	61	63	65
armlengte	16	19	21	23	26	28	31	33	36	38	41

MEISJESMATEN
lichaamslengte	122	128	134	140	146	152	158	164	170	176
bovenwijdte	62	64	66	68	72	76	80	84	88	92
taillewijdte	57	58	59	61	63	65	67	69	71	73
heupwijdte	67	69	72	74	78	82	86	90	94	98
armlengte	43	46	48	51	53	55	57	59	61	63

JONGENSMATEN
lichaamslengte	122	128	134	140	146	152	158	164	170	176
bovenwijdte	63	66	69	72	78	78	81	84	87	90
taillewijdte	57	60	62	65	67	70	72	75	77	79
heupwijdte	67	70	73	76	79	82	85	88	91	94
armlengte	43	46	48	51	53	55	57	59	61	63

NORMALE MANNENMATEN
maat	44	46	48	50	52	54	56
lichaamslengte	168	171	174	177	180	182	184
bovenwijdte	88	92	96	100	104	108	112
bandwijdte	78	82	86	90	94	98	104
zitomvang	90	94	98	102	106	110	115
mouwlengte	61	62	63	64	65	66	67
halswijdte	37	38	39	40	41	42	43

BROEKMATEN

Om de broekmaat vast te stellen zijn de heupwijdte en de taillewijdte bepalend. Daarnaast zijn de zijlengte, de binnenbeenlengte en de wijdte van het bovenbeen controlematen.

De controlematen voor broeken staan niet in de burda-maattabellen. Voor deze maten moet je de patroondelen meten! Je moet echter bedenken dat bij de wijdte voor het bovenbeen behalve de extra benodigde wijdte (ca. 4 cm) ook extra wijdte afhankelijk van de soort broek berekend is. Ook de zithoogte is van het model broek afhankelijk: een strakke broek zit in het kruis ook strakker, terwijl een bandplooibroek of een joggingbroek in het kruis dieper uitgesneden is.

1. Taillewijdte: strak om het stevige band heen
2. Heupwijdte: over het dikste deel van de billen heen
3. Zijlengte: vanaf de onderkant van het stevige band tot de enkel.
4. Binnenbeenlengte: aan de binnenkant van het been van het kruis tot de enkel
5. Wijdte bovenbeen: om het dikste deel van het bovenbeen
6. Zithoogte: vanaf de onderkant van het stevige band tot het zitvlak (rechtop zittend)

TIP: Bij het bepalen van de persoonlijke patroonmaat mag je niet van de normale confectiematen uitgaan. Iedere designer heeft zijn eigen vastgelegde ‘maten’. Dit geldt ook voor de burda-patronen.