Naaitechnieken leren met burda: Een rok voeren

Wil je je naaikennis uitbreiden? In deze blog kun je leren hoe een rok gevoerd wordt. Met onze tips en trucjes kom je erachter hoe je de voering op het patroon van de rok af kunt stemmen.

✄ - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -- - - - - -

Voering knippen

Normaalgesproken worden de delen van voering net als de stoffen delen met 1,5 à 2 cm brede naden en zoom geknipt. Uitzonderingen op deze regel zijn:

Een rok met heupzakken

Voor de voering worden de patroondelen voor het voorpand en de heuppas zo op elkaar gespeld of geplakt, dat de zakopening bij de zijnaad en de aansluitlijn van de heuppas zit. Aan de bovenkant ontstaat een kleine figuurnaad (1).

Deze figuurnaad wordt bij de voeirng getekend en gestikt of als plooitje dichtgelegd.

Een rok met een paar plooien

De voeringdelen worden zonder plooien geknipt. Hiervoor bij de papieren patroondelen de plooien in de richting van de pijl dichtleggen en vastspelden.

Bij de bovenrand ontstaan door het dichtleggen van de plooien kleine figuurnaden (2), die bij het naaien van de voering niet gestikt hoeven te worden. De extra wijdte wordt verdeeld. Loopsplitten bij de zijnaden zorgen voor voldoende bewegingsvrijheid.

Een rok met rondom plooien – de voering wordt volgens een smalle of een iets breder wordende rok geknipt. Bij de zijnaden worden dan loopsplitten van ca. 15 cm lengte gemaakt.

Een klokrok

De voering kan net zo wijd als de rok gemaakt worden, maar je kunt de wijdte ook een
beetje aanpassen. Om de wijdte een beetje aan te passen knip je het patroondeel vanaf de zoom op enkele plaatsen tot net voor de bovenrand in.

De ingeknipte randen een stukje over elkaar heen leggen (3). Daarbij erop letten, dat de patroondelen op heuphoogte (ca. 20 cm onder de taille) in totaal met de heupwijdte plus 4 cm extra overeenkomen.

Voor de voering kun je ook een patroon van een rok nemen die naar onderen toe wijder wordt.

Een rok met een loopsplit

De voeringdelen moeten op het loopsplit afgestemd worden. Als bij de patroondelen voor de onderslag ook een beleg getekend is (4), wordt de voering bij beide splitranden zonder beleg resp. onderslag geknipt.

Als bij de onderslag geen beleg getekend is (5), wordt de voering met onderslag resp. beleg geknipt.

De voering in elkaar stikken

Voor alle soorten rokken adviseren wij de voering aan de rok vast te naaien, voordat je de tailleband vastzet. De figuurnaden stikken of als plooitje dichtspelden. De naden stikken, daarbij het ritssplit openlaten.

Belangrijk: zit de rits bij een rok in de linkerzijnaad, dan moet je bij de voeringrok bij het stikken van de zijnaden bij de rechterzijnaad het ritssplit openlaten (in spiegelbeeld dus t.o.v. de rok). De voering wordt namelijk zo ingezet, dat de goede kant van de voeringstof naar het lichaam toe zit.

Bij rokken zonder split, bij rokken met plooien en bij plooirokken maak je bij de zijnaden aan de onderkant ca. 15 tot 20 cm lange loopsplitten. Bij rokken met split bij de voering de betreffende naad ter lengte van het loopsplit openlaten.

1. De naden van de voeringdelen zigzaggen en openstrijken. De figuurnaden naar middenvoor resp. middenachter strijken.

De voering in de rok steken (verkeerde kanten op elkaar), daarbij liggen de naden op elkaar.De voering bij de bovenrand vastrijgen, bij de rits ingeslagen vastnaaien (6).

Als de band afgewerkt is en de rokzoom afgewerkt is, wordt de voeringzoom gestikt. De voering moet ca. 2 cm korter zijn dan de rok. Bij de voering de zoom dubbel inslaan; de afgewerkte breedte is ca. 2 cm. De zoom smal vaststikken.

2. Opdat de loopsplitten bij de zijnaden niet openscheuren, worden aan de bovenkant van de splitten kleine driehoekjes van voeringstof vastgestikt. Knip vierkanten van ca. 5 x 5 cm (7).